en of het niet beter zou zijn om zo snel als weer en wind het toelaten, dat te gaan onderzoeken en te zien of men daar geen vers water kan krijgen.

We zeilden daar op aan, zodat het eiland NNW van ons was. We lieten daar onze ankers vallen achter enige klippen op 33 vadem zandgrond met schelpjes vermengd. Hier is het vol eilanden en klippen. We streken onze ra's want er stond een storm uit het NW en WNW.

Vandaag vijf mijlen gezeild. Het was mistig zodat we geen land konden zien. Halverwege de middag zagen we de zuidwal weer en hadden we het eiland dat daags tevoren west van ons was op ongeveer acht mijlen, nu zuidwest ten zuiden van ons op ongeveer vier mijlen.

Maar na het schaften kwamen we weer voor de wal die daar nog noordwest liep. We wendden het weer van de wal af en er stak een harde wind op. We liepen zuidwest over naar de zuidwal.

Ten oosten van deze smalle zandpunt sterkt de hoek nog wel een mijl daar vanaf en is het zes, zeven en acht of negen voet diep.

Dit is een zandrif dat onder water ligt en dat van de voornoemde punt oost zuidoost afsteekt.

We willen een geschikte haven vinden en het sloepje vooruit sturen als we het land naderen.

Van deze lage punt met de klippen naar NO maakt het land een grote bocht en strekt eerst recht oost en daarna weer recht noordelijk.

Hier vanaf het water zagen we goed dat dit een onbewoond land moet zijn. We zagen geen mensen noch enige rook of vaartuigen.

Hier boven water op het rif staan enige hoge steile klippen, alsof het torens of zeilen waren. Een mijl ten westen van deze punt vonden we geen grond. We zagen van hieraf dat het land zich NNO sterkte en hebben onze koers recht noord aan gesteld, met goed droog weer en vlak water

Dit land heeft een hoog, dubbel gebergte dat niet lager is dan het eiland Formosa.' 's Middags lag de punt van de vorige dag zuidoost van ons op tweeënhalve mijl. Van deze punt strekt aan de noordkant een groot steenrif.

Naar onze mening is het onmogelijk het land van deze kant aan te doen, door de grote open zee die daar met grote holle baren en deiningen op aan komt schieten, of er zouden aan deze kant enige beschutte baaien moeten zijn.

's Avonds droegen we onze stuurlieden op de zuidoostelijke koers aan te houden zo lang het stil blijft, maar zodra de wind opsteekt recht oost aan te gaan, opdat we niet op de wal geraken en alle ongelukken zoveel mogelijk voorkomen.

We besloten met elkaar het gemelde land zo snel als mogelijk aan te doen, zulks om de redenen die de resolutie van heden breder uiteenzet.