Veiligheid op straat topprioriteit, maar gemeente tast in het duister waar het precies onveilig is
Na de moord op de 17jarige Lisa en meerdere zedenincidenten in de stad, kwam veiligheid op straat weer volledig in de schijnwerpers te staan. Er werden meerdere acties gehouden om aandacht te vragen en de gemeente trok miljoenen uit voor maatregelen. Toch tast de gemeente in het duister over waar het nou precies onveilig is, zo blijkt uit onderzoek van AT5. Meldingen komen namelijk op een gezamenlijke hoop en zijn moeilijk te achterhalen. Een nieuwe manier van het verwerken van de meldingen moet zorgen om een beter beeld te krijgen.nbspDe impact van de moord op de 17jarige Lisa was groot in de stad en de rest van het land. Zo ontstond er een gigantische bloemenzee aan de Holterbergerweg, werd er een herdenking gehouden tijdens de kermis in Abcoude, werd er een stille tocht georganiseerd door bewoners van de COAlocatie aan de Hogehilweg en werd er meerdere keren in voetbalstadions voor haar geapplaudisseerd.nbspDaarnaast bracht het overlijden de landelijke discussie over de veiligheid van vrouwen op straat weer vol op gang. Zo was er eennbspfietsersprotest in de nacht om aandacht te vragen en werden er honderdduizenden euros opgehaald voor de campagne Wij eisen de nacht op.Plekken vermijdenNaar aanleiding van de heftige incidenten deed AT5 onderzoek onder 2100 Amsterdammers of en waar zij zich onveilig voelen op straat.nbspZeven op de tien gaf aan specifieke plekken in de stad te mijden vanwege een onveilig gevoel, onder de duizend vrouwelijke panelleden die meewerkten aan het onderzoek lag dat percentage zelfs op 85 procent.nbspUit het onderzoek rolden een aantal plekken die meermaals werden genoemd door de panelleden. Vooral de stadsparken werden genoemd, met voornamelijk het Vondelpark, het Sarphatipark en Oosterpark. Maar ook industrieterreinen, winkelstraten na sluitingstijd, fietstunnels in verschillende gedeeltes van de stad en de gebieden rondom de stations werden vaker genoemd.nbspEr werden ook een aantal specifieke plekken aangewezen door de panelleden die zij liever mijden. Het Delflandplein in NieuwWest het vaakst genoemd, maar ook de Ooster Ringdijk en de Rozenburglaan kwamen veel voor.nbspMuur van onduidelijkheidIn totaal lichtte AT5 tien specifieke plekken uit die het meest werden genoemd. Over die plekken en de benoemde parken was het de bedoeling om het uit te zoeken hoe onveilig het er nou precies is. Alleen liepen we op tegen een muur van onduidelijkheid bij de politie en de gemeente, omdat cijfers eigenlijk niet konden worden gegeven.nbspBij de politie vroegen we op over hoeveel incidenten er het afgelopen jaar zijn gebeurd op de locaties, maar dat bleek niet zomaar uitgezocht. In de politiesystemen wordt alles gecategoriseerd, dus een schietpartij bij schietpartijen bijvoorbeeld. Dat doen agenten handmatig en ze kiezen dus zelf de classificatie.nbspAlle incidenten hebben een classificatie, dus berovingen, overvallen, mishandelingen, aanrandingen en verkrachtingen. Omdat agenten dat dus zelf moeten kiezen, kan het verschillen waar incidenten worden gecategoriseerd. Zo kan de ene agent iets classificeren als een beroving, maar de ander als diefstal. Daarnaast zijn bijvoorbeeld meldingen als lastiggevallen of achtervolgd worden door iemand bijna niet te achterhalen. Voor overlastmeldingen zijn namelijk 27 subcategorieeumln te kiezen.nbspOok kan de locatie een lastige rol spelen. In de systemen moet de politie namelijk zoeken op een specifieke straat waar het incident zich heeft afgespeeld. Het Delflandplein kan je daardoor wel opzoeken, al zit je dan nog met de categorieeumln, maar bijvoorbeeld het Oosterpark niet omdat het geen specifieke locatie is. Daardoor kon er geen volledig beeld worden gegeven van incidenten en meldingen bij de politie op de locaties.nbspSamen met afval op straatBij de gemeente speelde juist het probleem dat de meldingen niet op categorie werden geclassificeerd. Bij de gemeente kan je namelijk een melding maken over de openbare ruimte, een zogenoemde SIAmelding, maar alles komt dan op een hoop terecht. Over een locatie kan dus wel worden gezegd hoeveel meldingen er zijn, maar dat kan verschillen van te hoge bosjes waardoor je je onveilig voelt tot aan afval op straat dat opgeruimd moet worden.nbspAT5 legde het probleem voor aan de gemeente en wethouder Melanie van der Horst Openbare Ruimte erkende het probleem. Het heeft ons op scherp gezet over hoe wij de informatie nou ophalen als de meldingen binnenkomen, aldus Van der Horst. Het heeft bij ons ook iets getriggerd hoe we de meldingen slimmer bij elkaar gooien, en moeten we kijken of er een duidelijkere plek moet komen om een melding te kunnen maken.Hoog op de agendaVoor Van der Horst is veiligheid op een straat een belangrijke zaak. Net als andere vrouwen heb ik best wel vaak een onveilig gevoel op straat. Als ik in het donker loop, ben ik jammer genoeg meestal op mijn hoede. Het staat daarom ook hoog op de agenda bij de gemeente. We zijn ons er steeds meer van bewust hoe belangrijk het is.Het is dan ook niet zo dat de gemeente helemaal niets doet om in kaart te brengen waar de onveiligheid zich afspeelt. Zo hebben zij met de stadsdelen een lijst gemaakt van 160 plekken, vragen ze vrouwenorganisaties om informatie over plekken waar zij meldingen over krijgen en lopen ze schouwen met vrouwen door de stad om te kijken hoe plekken kunnen worden aangepast. Kijken met de blik van een jonge vrouw, in plaats van een man, noemt de wethouder het. We weten uit onderzoeken dat als jonge vrouwen zich fijn voelen in de openbare ruimte, dan is dat voor eigenlijk alle mensen zo.Meldingen anders verwerkenMaar via de eigen meldingen is het voor de gemeente dus wel moeilijk in beeld te krijgen waar de onveiligheid zich precies afspeelt en wat er moet gebeuren om dat te verbeteren. Na vragen van AT5 heeft de gemeente een aanpassing doorgevoerd waardoor bij elke melding ook wordt gekeken of het heeft te maken met de sociale veiligheid en wordt dat nu ook zo opgeslagen. Je kan nu een melding doen en aangeven dat je je ergens onveilig voelt. Dat komt nu veel beter in onze systemen.De gemeente is ook aan het kijken hoe het meldpunt openbare ruimte duidelijker kan worden gemaakt voor meldingen over een onveilig gevoel. Daarnaast willen ze ook de meldingen van andere instanties, zoals de politie en vrouwenorganisaties, bij elkaar gaan leggen voor een vollediger beeld. Alles bij elkaar moet het ervoor zorgen dat het straks duidelijk wordt waar en wat de gemeente moet doen om de veiligheid te verbeteren.nbspVan der Horst vraagt daarom aan Amsterdammers om echt een melding te doen als ze zich ergens onveilig voelen, al doet ze dat zelf ook nog niet. Ik maak als ik mij ergens onveilig voel ook geen melding bij de gemeente, want ik denk vaak: wat doen ze ermee. Maar nu moet je vooral melden, want zonder meldingen weten we minder waar we aan de slag moeten en dat wil ik wel heel graag.Sommige acties snel, maar aanpakken is ook lastigVolgens de wethouder kunnen veel meldingen snel worden opgepakt. Als het gaat om verlichting of om te hoge bosjes. Wel is het zo dat een onveilig gevoel door bijvoorbeeld weinig mensen op straat lastig is aan te pakken en dat sommige plekken meer aandacht nodig hebben dan alleen verlichting en het groen. Niet alles is op te lossen in de openbare ruimte, maar ik denk dat we het veel beter kunnen doen.Er gaat nu al bijvoorbeeld bij een groot deel van de metrostations, een van de plekken die de AT5panelleden ook benoemden, worden gekeken hoe de veiligheid daar kan verbeteren. Daarnaast hebben veel stadsdelen ook al veel van de plekken extra in het zicht.nbspZo is er op het Delflandplein een vaste handhaver ingesteld voor het plein, is het cameratoezicht geiumlntensiveerd, zijn er straatcoaches actief en zijn de bosjes gesnoeid. Wordt er op de Haarlemmerweg een schouw gedaan. Worden er buurtouders ingezet in de Waterlandpleinbuurt. En is er extra overleg met instanties over de Transformatorweg en worden ook daar de bosjes aangepakt.nbsp